Afwijkende mondgewoonten zijn verkeerde spier – en mondgewoonten die negatieve invloed hebben op de stand van het gebit, de spraak, het slikken en het gehoor.
Voorbeelden van afwijkende mondgewoonten zijn:
Open mondgedrag
Foutieve slikgewoontes
Spraakproblemen
Duimzuigen/vingerzuigen/bijten
Het zuigen op een duim, vinger of speen is normaal bij een baby en peuter aangezien ze nog een sterke zuigbehoefte hebben en het veiligheid biedt. Wanneer dit vaak en intensief wordt gedaan heeft het negatieve gevolgen op de stand van het gebit en/of kaken. Dit geldt tevens voor tong – en zuigen en het langdurig drinken uit een fles of tuitbeker.
Onder bijtgewoonten verstaan we vinger,- nagel,- of lipbijten, knarsen en klemmen. Dit heeft negatieve gevolgen op het kaakgewricht. De kaakspieren maar ook andere spiergroepen in en rondom het mondgebied raken overbelast.